Looftrekker Vegniek Discmaster 300 bij teler in beeld door beperking chemie

Gepubliceerd op 27-09-2024 08:30

Henry Peeks, akkerbouwer in Garminge (Dr.), heeft dit jaar geïnvesteerd in een eigen looftrekker, de Discmaster 300 van de Nederlandse fabrikant Vegniek. Looftrekken vindt hij betrouwbaarder dan chemische methoden. Zeker voor zetmeelaardappelen, waarbij het loof moeilijk loskomt.

Met looftrekker Vegniek Discmaster 300 bewerkt Henry Peek circa 1 hectare per uur. De machine trekt met rubberen trekschijven het loof onder de aardappelrug los. De looftrekker zorgt ervoor dat het loof beter van de knollen wordt gescheiden, met minder stengelresten, wat eerder rooien mogelijk maakt in vergelijking met chemische doding.

Glijsloffen naast trekschijven

Het feitelijke hart van de Vegniek Discmaster 300 bestaat uit rubberen trekschrijven die hun stevigheid ontlenen aan een soort zonnewielen erachter. Die trekschijven pakken de na het klappen overgebleven stengels net onder de bovenkant van de rug vast en trekken ze eruit. Glijsloffen naast de trekschijven voorkomen dat wat vaster zittende knollen mee omhoog uit de rug worden getrokken. Na het trekken volgt een diabolorol die de rug weer netjes in de vorm aandrukt.

Het werk dat de machine maakt ziet er goed uit. In die zin dat het meeste loof netjes onderin naast de ruggen komt te liggen. Het beetje nog op de rug ligt los en is er zo af te vegen. Een zwarte aangedrukte rug blijft over.

Zoeken naar beste afstelling

De vier elementen hangen afzonderlijk in veren voor de gewichtsontlasting. Vanuit de trekkercabine is de snelheid van de trekschijven traploos in te stellen. De werkdiepte is instelbaar. Via invoertrommels wordt het loof inclusief een kleine hoeveelheid grond naar de trekschijven geleid. De loofgeleiders zijn ook weer in verschillende richtingen instelbaar. “Net onder het rugoppervlak is de stengel steviger dan net erboven, dus daar pak je hem het best vast. Het is voor ons echt nog uitproberen wat de beste afstellingen zijn. Maar wat we gezien hebben is dat het loofplukken heel goed kan lukken. Zo’n oud type looftrekker met opgeblazen rollen doet 80%. Deze die we nu hebben, pakt alles. Die doet het geweldig.”

Dat het loof beter en directer van de knollen wordt gescheiden, maakt dat minder stengelresten mee worden ingeschuurd. Afhankelijk van het ras duurt het bij sommige rassen lang totdat het loof loslaat. “Vaak laat het tot aan het rooien helemaal niet los. Je kunt dan wel agressief gaan schudden op de rooier of looftrekrollen strakker afstellen, maar dat geeft het risico van knolbeschadiging. Wil je ook weer niet.”

NPPL, Nationale Proeftuin Precisielandbouw, kijkt de komende tijd in welke mate een volledig mechanische loofdoding de chemische kan vervangen. Dus loofklappen en trekken in plaats van loofklappen en spuiten. In welke situaties is looftrekken beter dan chemisch? En onder welke omstandigheden (rassen, weer) is het juist andersom? NPPL bevraagt daarvoor andere deskundigen evenals machinefabrikanten en machine-ontwikkelaars.

Looftrekker in 10 jaar terugverdienen

De Vegniek Discmaster 300 kostte Peeks zo’n €60.000. Ten opzichte van klappen en spuiten bespaart de looftrekker hem jaarlijks zo’n €6.000, €150 per hectare aan middel en machinekosten. “Kijk je enkel naar het directe kostenverschil, dan hebben we de machine in pakweg 10 jaar terugverdiend. Al was kostenbesparing niet waarom de loofplukker hebben aangeschaft.” Deze berekening geldt niet voor alle hectares, want in sommige gevallen dient er toch nog een keer te worden na gespoten.

Auteur: Leo Tholhuijsen

Bron: www.trekkeronline.nl 

Bron

Schrijf je in voor de Entreeding nieuwsbrief

Wekelijks verstuurd, met het laatste nieuws uit de de groen, grond en infra branche!