Kunstmestproducenten zien Renure niet als bedreiging

Wereldwijd geen reductie van kunstmestgebruik

“Natuurlijk willen kunstmestproducenten graag omzet behouden, maar die omzet hoeft niet vanuit Nederland te komen. Wat we in Nederland door Renure minder zouden gaan gebruiken aan minerale meststoffen, zou ergens anders weer meer gebruikt moeten worden. Want wij gaan bij inzet van kunstmestvervangers minder mest exporteren. De landen die normaal gesproken dierlijke mest van ons ontvangen, zullen dit gaan compenseren met kunstmest, want zij willen wel hun opbrengst blijven halen. In feite wordt er wereldwijd gezien dus geen reductie van kunstmestgebruik bewerkstelligd”, vertelt Gerrits.

De directeur van Meststoffen Nederland ziet dierlijke mest in feite als gerecyclede minerale meststof. “Het merendeel van de stikstof en fosfaat in dierlijke mest hebben we er in feite zelf in gestopt in de vorm van ruwvoer en krachtvoer. Dat wordt veelal geteeld met hulp van kunstmest. We importeren in Nederland jaarlijks circa 400 miljoen ton stikstof via krachtvoer. We importeren 200 miljoen via kunstmest”, schetst Gerrits.

Renure wint niet van dierlijke mest op gebied van efficiëntie

Meststoffen Nederland is niet tegen Renure, net zoals zij ook niet tegen derogatie is. “Wij vinden het goed dat van dierlijke mest kunstmest gemaakt kan worden en dat ondersteunen we. Voor de landbouw kan het financieel aantrekkelijk zijn. Maar de vraag is of het efficiënt is. Vanuit het oogpunt van efficiency zijn wij voor inzet van onbewerkte dierlijke mest, waarbij op maat bijgestuurd kan worden met minerale meststoffen.”

Gerrits vindt dat er voor agrariërs betere manieren zijn om op kunstmest te besparen dan Renure. “Bijvoorbeeld door efficiënter te bemesten, met de juiste meststof op de juiste plek, in de juiste hoeveelheid en op het juiste tijdstip. Ook inzet van meer vlinderbloemigen kan een bijdrage leveren.”

Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Brentley Arys via Trekker van de Week

Bron: www.deloonwerker.nl