Bouw- en infrasector: 1 op 3 gelooft niet in elektrisch materieel

Gepubliceerd op 27-11-2024 08:30

In de bouw- en infrasector wordt steeds vaker gesproken over de transitie naar emissievrij, elektrisch materieel. De vraag blijft: hoe goed zijn professionals werkelijk geïnformeerd over deze duurzame alternatieven? De Boels Rental Bouwindex* biedt inzicht in de perceptie en het gebruik van dergelijk materieel binnen de sector. Glenn Verburg, Director Fleet Procurement bij Boels Groep, deelt de vijf meest voorkomende feiten en fabels.

1. De laadinfrastructuur is ontoereikend

Meer dan twee op de vijf professionals (43%) denkt dat er onvoldoende laadinfrastructuur beschikbaar is om efficiënt gebruik te maken van elektrisch materieel.

Feit: hoewel een juiste stroomaansluiting een uitdaging kan zijn, zijn er meer mogelijkheden dan vaak wordt gedacht. Bij de overstap naar elektrisch materieel op de bouwplaats is het belangrijk om regelmatig laadmomenten in te plannen, even diesel tanken is er niet meer bij. Machines kunnen bijvoorbeeld tijdens de lunchpauze of ’s nachts geladen worden met elektriciteit van het net. Om te voorkomen dat er tijdens piekuren niet voldoende elektriciteit beschikbaar is, kan ‘peak shaving’ uitkomst bieden. Hierbij wordt een batterijsysteem opgeladen tijdens de daluren, wanneer het stroomnet voldoende capaciteit heeft. Deze opgeslagen elektriciteit kan men overdag tijdens piekuren gebruiken om werkonderbreking te voorkomen.

2. Elektrisch materieel is duurder

Van de bouw- en infraprofessionals gelooft 38 procent dat elektrisch materieel duurder is dan materieel dat wordt aangedreven door diesel.

Feit: hoewel de initiële aanschafprijs van elektrisch materieel vaak hoger is, zijn de operationele kosten over het algemeen lager. Dit komt vooral doordat elektrische machines minder onderhoud vereisen, met onderhoudskosten die ongeveer 3 procent van de totale kosten bedragen, tegenover 10 procent bij dieselmachines. Traditionele machines vereisen bijvoorbeeld brandstof, filters en olie. Het is belangrijk om bij de aanschaf van nieuw materieel niet alleen naar de aankoopprijs te kijken, maar alle bijkomende kosten mee te wegen, zoals het energieverbruik, onderhoud, en de verzekering.

3. Elektrisch materieel is minder krachtig

Bijna één op de drie professionals (31%) gelooft dat elektrisch aangedreven materiaal minder krachtig is dan dieselaangedreven materieel.

Fabel: door de vooruitgang in moderne technologie worden accu’s van elektrisch materieel krachtiger en gaan ze langer mee. Een voordeel is dat elektrische machines alleen energie verbruiken als ze daadwerkelijk worden gebruikt, meestal zo’n vier tot vijf uur per dag. Dit in tegenstelling tot dieselmodellen, die ook brandstof verbruiken als ze niet actief zijn. Hoewel de markt voor elektrische alternatieven voor dieselmachines nog in ontwikkeling is, helpen elektrische machines om kosten te besparen en zijn ze beter voor het milieu.

4. Elektrisch materieel is niet overal inzetbaar

Volgens dertig procent van de professionals is elektrisch materieel ongeschikt voor infrawerkzaamheden, omdat deze soms op afgelegen locaties plaatsvinden waar geen laadstations aanwezig zijn. Op deze locaties kan het lastig zijn om voldoende stroomvoorziening te faciliteren.

Feit: de adoptie van elektrisch materieel in de bouw- en infrasector groeit, zelfs voor projecten op afgelegen locaties. Hoewel het gebrek aan naastgelegen laadstations een uitdaging vormt, zijn er inmiddels slimme oplossingen beschikbaar. Grote batterijen die langdurig energie kunnen leveren, samen met mobiele oplaadstations aangedreven door zonne-energie, maken het mogelijk om elektrisch materieel direct op de werklocatie op te laden. Ondanks deze vooruitgang moet elk bouwbedrijf de logistieke haalbaarheid afwegen tegen duurzame ambities.

5. Alle machines zijn elektrisch beschikbaar

Maar liefst een kwart van de bouw- en infraprofessionals (24%) denkt dat er voor alle machines een elektrisch alternatief is.

Fabel: hoewel de ontwikkeling van elektrische en hybride modellen snel gaat, is de werkelijkheid dat veel machines, vooral in de zwaardere categorieën, nog geen elektrische equivalenten hebben. Denk bijvoorbeeld aan bulldozers voor constructie- en sloopwerkzaamheden. Fabrikanten werken intensief aan de ontwikkeling van deze modellen, maar voor nu blijven Stage V-dieselopties vaak de schoonste keuze. Met name wanneer deze machines draaien op biodiesel zoals HVO100, die aanzienlijk minder emissies veroorzaakt dan standaard diesel.

*Het onderzoek is uitgevoerd door Markteffect onder 404 Nederlanders werkzaam binnen de bouwsector

Bron: www.gwwtotaal.nl

Bron

Schrijf je in voor de Entreeding nieuwsbrief

Wekelijks verstuurd, met het laatste nieuws uit de de groen, grond en infra branche!