Unieke Scania sproeiwagen voor E.I.T.N. Aalders

In de wegenbouw worden bitumenemulsies gebruikt als slijtlaag in combinatie met split of als hechtlaag onder nieuw asfalt. Rudolf Aalders: “Wij deden het werk tot nu toe met een 22 jaar oude Scania 113 Streamline sproeiwagen die een breedte van maximaal 5.70 meter kon bestrijken. Daarmee konden we een strook van vier kilometer in drie kwartier insproeien. Maar we wilden dat beter. Toen zijn we samen met ESHA en Tjalma gaan ontwikkelen. Deze truck heeft twee spuitarmen die 7,50 meter in één keer kunnen bestrijken. Dat is niet één maar twee rijstroken en dus dubbel zo snel en lekker efficiënt.”

Het hart van de opbouw is een 11.000 liter bitumentank. “Qua gewicht kan de hele installatie goed op drie assen. En omdat de laatste as sturend en hefbaar is, hebben we een voertuig waarmee we ook prima kunnen manoeuvreren. De bitumen gaat er warm in op 60^ᵒ Celsius. Maar het mag niet afkoelen. Dus hebben wij een krachtige hydraulische pomp op de motor-PTO die de sproei-installatie aandrijft én een generator. Met die stroom verwarmen we weer de bitumen. Maar aangezien ons werk vooral ’s nachts is, komt het geregeld voor dat de truck overdag al geladen thuis staat. Dan koppel ik hem aan de stroom die ik opwek met mijn 56 zonnepanelen. Dat is lekker duurzaam.”

Het eigenlijke sproeien gebeurt met zijn tweeën. “Ik sta achterop de auto op het bordes om de rechterkant in de gaten te houden en bij te regelen. De chauffeur Frans, zit in de cabine en controleert de linkerkant. Hij regelt ook de snelheid. Die wordt door de computer bepaald. Daarop stellen we in hoeveel kilo product er per vierkante meter verspreid moet worden. Daar berekent de computer de snelheid bij die de chauffeur moet aanhouden. De computer geeft ook grafisch weer of hij precies op snelheid zit. Omdat we ook lopend met een lans naast de auto kunnen sproeien, hebben we op rechts een extra camera geplaatst zodat de chauffeur zijn collega altijd kan zien.”

Omdat de truck heel langzaam moet kunnen kruipen en de motor daarbij toch voldoende vermogen moet afgeven, kreeg de Scania een heel korte eindreductie. “Dat werkt goed. Met een verhoogd stationair toerental halen we én de juiste snelheid én geeft de motor voldoende vermogen af voor de hydrauliek.”

Waarom ook de nieuwe auto weer een Scania is geworden?  Dat vindt Rudolf maar een vreemde vraag. “Mijn opa reed Scania en mijn vader deed dat. Dus waarom zou ik dat niet doen? Ik heb niet eens naar een ander merk gekeken.” Dat hij voor een R-cabine gekozen heeft, kan hij wel goed uitleggen. “Dat had best kleiner gekund. Maar ik slaap nog wel eens in de truck. En dan is die extra ruimte wel heel fijn. Sowieso wilde ik het voorin wat uitgebreider doen. Daarvan is de standairco wel het belangrijkste. Want wij werken veel ’s nachts. Dan weet jij wel wanneer je slaapt en wil je niet die cabine uitstomen. Verder koos ik voor leren bekleding, stoelen met ventilatie, LED verlichting en wat meer van die dingen die het leven aangenaam maken. Kijk, op de hele investering van deze machine, want dat is het toch eigenlijk ook, vind je het niet terug. En al helemaal niet over de jaren dat we met deze truck gaan rijden. De vorige heeft het bewezen: Daar hebben we probleemloos in 22 jaar één miljoen kilometer mee gereden. Dus een Scania gaat heel lang mee!” 

Bijzondere Scania R410 als bitumensproeiwagen voor E.I.T.N. Aalders uit het Groningse Sebaldeburen.